Pas maar op, voordat je het weet ben je fluitjepoep
“Pas maar op: voordat je het weet ben je fluitjepoep”
Vorig jaar kreeg ik het boekje ‘Mokums laatste woorden’, alles voor een goed afscheid van PC Uitvaart.
Zo leuk, dat ik het graag wil delen.
Een echte Amsterdammer sterft niet, noch komt hij te overlijden. Daarvoor is zijn taal te rijk. Nee, wanneer zijn hart of ‘rikketik’ stilstaat, gaat hij ‘fluitjepoep’, ‘krijgt hij een houten jas’, of ‘gaat hij de pijp uit’.
De woorden van een echte Amsterdammer zijn vaak kleurrijk en beeldend. Amsterdam heeft zelfs een bijnaam, namelijk Mokkum en dit komt uit het Jiddisch (Joods Duits) en betekent letterlijk ‘stad’ of ‘plaats’. De meeste Amsterdammers waren arm en er heerste veel ellende en misdaad. Er ontstond een geheime dieventaal die vooral gebruikt werd door de onderwereld, zigeuners en daklozen. Een onverstaanbare mengelmoes van talen met vaak zelfverzonnen woorden. Enkele voorbeelden: Pas maar op, voordat je het weet ben je fluitjepoep, ben je dood.
Het woord wordt ook gebruikt als er iets kapot of verdwenen is. Ook als iets van slechte kwaliteit is.
Áls je ’n houten jas krijgt’, dan ben je dood en krijg je in Amsterdam een houten jas aan. In Amsterdam noemt men een begraafplaats ook wel ‘houtenjassenpark’. Vroeger sprak men van ‘planken warmbuis’, een middeleeuws gewatteerd vest dat ridders droegen als onderlaag onder de maliënkolder. Wanneer je ‘de pijp uitgaat’, dan ben je dood en heb je als pijproker je laatste trek genomen of je wordt gecremeerd en de rook komt uit de schoorsteen(pijp).
Oorspronkelijk komt de uitspraak van jagers die met hun honden konijnen uit hun hol(pijp) jaagden, waarna ze werden doodgeschoten. Zo zijn er nog meer Mokums laatste woorden; ‘als je de pleiterik gaat maken’ of ‘als je asjeweine gaat’ maar je kunt ook ‘een tuintje op je buik krijgen’. Geweldig hé, alles voor een goed afscheid! Mocht u meer informatie willen, zie www.mokumslaatstewoorden.nl.